Pas op voor politieke kletspraat

De filosoof Harry G. Frankfurt (1929-2023) publiceerde in 1986 in zijn - uiteindelijk  - meest bekende werk " On bullshit "; een diepgaande analyse van het fenomeen ' bullshit' ofwel 'onzin' of ‘ kletspraat ’. Frankfurt betoogde dat leugens opzettelijke misleidingen zijn, waarbij iemand bewust onwaarheden vertelt om anderen te misleiden. Bullshit daarentegen is volgens hem niet per sé gebaseerd op onwaarheden, maar het ontbreekt de bullshitter aan een interesse in de feitelijke waarheid of juistheid van de beweringen.  Waarom bullshit? Frankfurt onderzocht de motieven achter het produceren van bullshit. Hij stelt dat mensen bullshit vaak gebruiken om indruk te maken, hun imago te verbeteren of hun eigen agenda te bevorderen. Bullshit kan ook worden gebruikt om anderen te misleiden of om een vaagheid te creëren waardoor men zich kan onttrekken aan verantwoordelijkheid of kritiek. Een cruciaal aspect van bullshit is dat het vaak wordt geproduceerd zonder ee

Langs de bakker

Klant: Môgge, doet u mij maar een half bruin, gesneden. Enneh, zouden de sneetjes wat dunner kunnen? Ik ben aan de lijn en zo eet ik een stuk minder.. Bakker: Goedemorgen meneer, wilt u ons Allison-brood proberen? De boterhammetjes zijn kleiner, maar door de stevige broodsamenstelling krijgt u voldoende binnen terwijl u minder eet! Klant: Nee, ik hoef dat niet. Doe mij maar lichtbruin brood en dan dus héél dun gesneden. Voor de lijn, snapt u. Bakker: Het spijt mij meneer, maar een standaard brood heeft exclusief de kapjes altijd precies 22 sneetjes. Een broodsnijmachine kan dat snijden in plakjes van 11 tot 12,5 of maximaal 15mm. Ik heb dat ingesteld op 12,5 en kan dat niet per klant aanpassen. De zaagbladen zitten vast met schroeven… snapt u. Klant: Waarom koopt u dan geen tweede snijmachine die u afstelt op dunne sneetjes? Ik ben toch de klant en ik betaal daarvoor! Typisch ambtenarengedrag, altijd alles volgens ‘de regeltjes’. Bakker: Mijn bakkerij hoort bij een keten. Wij hebben allemaal dezelfde afspraken over reclame, prijzen en ook over de snijdikte. Zo krijgt u als klant overal dezelfde kwaliteit, voor een lage prijs. Bovendien is mijn zoon ambtenaar, is daar iets mis mee? Klant: Jazeker! Ambtenaren met hun regels en formulieren. Maar nooit zijn ze bereikbaar als je ze nodig hebt. Altijd net aan het lunchen. Alsof ik buiten mijn lunchtijd kan bellen! Bakker: Tja, de overheid is geen MediaMarkt. Voor je paspoort kun je niet naar een ander bedrijf omdat zij je beter helpen. Die keuze heb je niet. Maar daarvoor hebben we toch verkiezingen meneer? Wij kiezen de bazen van die ambtenaren. Die bepalen wat zij doen. Klant: Dat kan best zo zijn, maar één minister kan die tien- of honderdduizenden ambtenaren echt niet aan. Zeker niet als het de verkeerde minister is. En neem nou het kabinet, daar kun je toch ook niets mee? Bakker: Mijn zoon werkt voor de staatssecretaris van Economische Zaken en Handel. Hij doet onderzoek, praat met mensen uit het bedrijfsleven en consumentenorganisaties. Met zijn rechtenstudie is het een hele slimme jongen. Doet voorstellen aan de minister voor nieuwe regels of om oude af te schaffen of zaken beter uit te voeren. Maar laatst moest hij van de directeur-generaal voorstellen doen om op te houden met bepaalde dingen. Daar had die man juist om gevraagd! Om een voorstel om de Keuringsdienst van Waren op te heffen en de Warenwet in te trekken! Klant: Precies! Dat zijn goede ambtenaren, degenen die zichzelf opheffen en overbodig maken! Bakker: Ik zal u zeggen meneer, ik heb hem streng toegesproken. Er is niks mis met de Warenwet, die beschermt u als consument. De Keuringsdienst van Waren handhaaft juist de Warenwet. Ik heb ze nooit op bezoek gekregen omdat niemand klaagt over mijn brood. Maar er zitten rotte appels in mijn vak hoor. Klant: Ach, dat kan de samenleving allemaal best zelf regelen. Zo’n suffe ambtenarenclub hebben we daar niet voor nodig. Bakker: Zoveel ambtenaren zijn er niet. Er zijn maar 2,5 ambtenaar bezig met de sector brood, in heel Nederland. Dat hoorde ik laatst op een bijeenkomst van ’t Bakkerij Centrum. We hebben dus wel geleerd van de afgelopen jaren. Klant: Toe zeg! Je kunt mij niet wijsmaken dat je blij bent met al die regeltjes. Bakker: Nee hoor, niet met alles. Regeltjes over droge stof in brood bijvoorbeeld, over het gewicht. Al die goede bedoelingen om prijs en kwaliteit te vergelijken voor de consument, met het idee dat de klant moet weten wat u krijgt als u een halfje bruin bestelt. Ik zou dat niet hebben verzonnen, mijn zoon ook niet. Dat is een verzinsel van de grote bakkerijen, heeft niets met ambacht te maken. Maar als kleintje breng je daar niets tegenin. Klant: Maar als al die regels overbodig zijn, waarom zijn ze er dan nog? Bakker: Dat is precies wat mijn zoon doet! Hij zit in een groep ambtenaren van allerlei ministeries die met voorstellen moeten komen. En hij heeft voorgesteld om die regel over het brood af te schaffen. Ik ben erg trots op hem. Klant: Nou, dan is uw zoon een ambtenaar die snapt hoe het werkt. Als iedereen nou zo was! Bakker: Dat zou mooi zijn. Lastig is het wel, soms jongleert hij echt tussen al die partijen. Het afschaffen is ook nog een gevecht, niet iedereen vond het een goed idee. En een cursus Europa doet ‘ie erbij, daar schijnt van alles te gebeuren. €1,29 alstublieft. Klant: Pinnen alstublieft. Wat een ellendige baan eigenlijk, zoveel gedoe. Je moet het maar leuk vinden. Bakker: Hij heeft zelfs plezier in het overwerken. Enorm gedreven om goede dingen voor de maatschappij te doen. Van mij heeft ‘ie het niet, ik bak gewoon mijn brood… Fijne dag nog! Klant: U ook, tot ziens!
* met dank aan Hannah Ellens voor de eindredactie
update 23/12/2010. Tekst is ook gepubliceerd in het maandblad PM Public Mission, december 2010 (jaargang 6, nummer 15). Zie hier.

Reacties