Pas op voor politieke kletspraat

De filosoof Harry G. Frankfurt (1929-2023) publiceerde in 1986 in zijn - uiteindelijk  - meest bekende werk " On bullshit "; een diepgaande analyse van het fenomeen ' bullshit' ofwel 'onzin' of ‘ kletspraat ’. Frankfurt betoogde dat leugens opzettelijke misleidingen zijn, waarbij iemand bewust onwaarheden vertelt om anderen te misleiden. Bullshit daarentegen is volgens hem niet per sé gebaseerd op onwaarheden, maar het ontbreekt de bullshitter aan een interesse in de feitelijke waarheid of juistheid van de beweringen.  Waarom bullshit? Frankfurt onderzocht de motieven achter het produceren van bullshit. Hij stelt dat mensen bullshit vaak gebruiken om indruk te maken, hun imago te verbeteren of hun eigen agenda te bevorderen. Bullshit kan ook worden gebruikt om anderen te misleiden of om een vaagheid te creëren waardoor men zich kan onttrekken aan verantwoordelijkheid of kritiek. Een cruciaal aspect van bullshit is dat het vaak wordt geproduceerd zonder ee

Hulp aan overheid funest voor ontwikkelingsland

Ontwikkelingslanden die ontwikkelingshulp ontvangen, hoeven daardoor minder belasting te heffen. Daardoor verzwakt de publieke verantwoording van het bestuur in dat land ten opzichte van de bevolking, en gedijt corruptie het best. Met alle gevolgen van dien. Dat fenomeen beschrijft Arend Jan Boekestijn in zijn boek "De prijs van een slecht geweten. Waarom hulp in haar huidige vorm niet werkt." Boekestijn zegt:
"Het is een thema dat door veel auteurs wordt behandeld. Eigenlijk gaat het hier om een gespiegelde Boston Tea Party: 'there is no representation without taxation'. Dambisa Moyo - de econome van Zambiaanse afkomst die met haar boek 'Dead Aid, Why aid is not working and how there is another way for Africa' veel stof heeft doen opwaaien — maakt er tijdens haar vele optredens, die op internet gevolgd kunnen worden, vaak een nummer van. In een goed functionerende samenleving betaalt de burger belasting en eist daarvoor inspraak. Duurzame ontwikkeling kan dan ook alleen bestaan wanneer de politiek betrokken middenklasse fundamentele hervormingen afdwingt. Buitenlandse hulp, zo zegt Moyo, maakt dit proces voor overheden overbodig en ondermijnt daarmee de ontwikkeling van het land. "
In aansluiting op Moyo's pleidooi de "hulp" aan Afrika te stoppen, heeft George Ayittey ervoor gepleit om de hulp alleen nog maar te richten op het inrichten van essentiële voorwaarden voor goed bestuur. Buitenlandse steun moet volgens hem worden gekoppeld aan de oprichting van een enkele kritische instellingen:
  • Een onafhankelijke centrale bank om monetaire en economische stabiliteit te verzekeren
  • Een onafhankelijke rechterlijke macht om de rechtsstaat te verzekeren
  • Vrije en onafhankelijke media
  • Eerlijke verkiezingen met onafhankelijke kiescommissies
  • Een efficiënt en professioneel ambtenarenapparaat
  • Een neutraal en professioneel leger
De oprichting van deze instellingen zal Afrika, volgens Ayittey,  in staat stellen om het continent van binnenuit op te bouwen. Daarbij moeten donorlanden zich niet laten leiden door beloftes van Afrikaanse politici. Het bestuur in de ontwikkelingslanden is juist de oorzaak van het probleem; de zittende machthebbers moeten juist buiten spel worden gezet, omdat ze belang hebben bij het handhaven van de status quo. Intussen ben ik naar aanleiding van het boek van Arend Jan Boekestijn nog bezig met mijn voortgaande zoektocht naar kennis over ontwikkelingshulp/samenwerking. Want er gaat een ongelooflijke hoeveelheid van ons belastinggeld naar toe. En over de effectiviteit is op vrijwel geen beleidsterrein zó weinig bekend, of, laat ik het anders zeggen, is er zo weinig bewijs dat de verschillende vormen van hulp het gewenste effect sorteren. Wordt vervolgd dus.

Reacties