De waarde van vakmanschap

Parijs, 1894. Montmartre bruiste van het leven, een broeinest van kunstenaars en bohemiens. In het hart van deze wijk, verscholen achter een enigszins onheilspellende naam, lag restaurant Le Rat Mort – De Dode Rat. Het was een plek waar de bohemien zich thuis voelde - en waar Henri de Toulouse-Lautrec een vaste gast was. Toulouse-Lautrec, een man met een scherpe blik en scherpe tong, was een meester in de snelle schets. Hij kon met een paar vloeiende lijnen een persoonlijkheid vangen, een karakter blootleggen. Op een avond, terwijl hij genoot van een maaltijd in Le Rat Mort, viel zijn oog op Madame Charlotte, een welgestelde weduwe die zich duidelijk vermaakte. Zonder veel omhaal pakte hij een papieren servet en begon te tekenen. Het was geen gedetailleerd portret, verre van dat. Het was een expressieve karikatuur, een vluchtige impressie van Madame Charlotte’s gelaatstrekken en houding. Maar het had iets. Madame Charlotte zag het en was meteen enthousiast. “Oh, monsieur Toulouse-Lautr...

Verslaafd aan noodhulp

Tenten in HaitiEen jaar na de aardbevingsramp op Haïti is er ondanks de enorme hoeveelheid hulp en  geld (Nederland: € 111 miljoen) nog altijd een noodsituatie in het land.  Nog altijd leven meer dan een miljoen mensen in tenten of onder zeildoeken. De hoofdstad ligt nog steeds bezaaid met puin en het land kent ernstige politieke besluiteloosheid. Een tsunami van hulporganisaties, voorzien van royale financiële middelen, heeft zich vorig jaar op Haiti gestort, maar blijkbaar zonder succes. De over elkaar buitelende hulporganisaties willen nog jaren met Haïti doorgaan.

En intussen zitten de Haïtianen nog steeds massaal onder hun zeildoeken en tenten. En ze worden geholpen, geholpen en geholpen. De hulporganisaties willen doorgaan, en meer coördineren. Maar de vraag is of deze noodhulp nog wel helpt, of dat de hulp de nood juist in standhoudt. De feiten wijzen richting het laatste. Maakt die noodhulp de inwoners misschien afhankelijk en ontneemt het hen de noodzaak om zelf initiatieven te nemen? In de gezondheidszorg ken men het fenomeen ‘hospitaliseren’: het zó gewend raken aan de verzorging in een ziekenhuis dat men zich daarbuiten moeilijk kan handhaven. Hoe langer de verzorging duurt, hoe groter de kans is dat de patiënt hospitaliseert. Zou het bij de noodhulp niet ook zo werken? Hoe langer men noodhulp geeft, hoe moeilijker men op eigen kracht verder kan? Zouden we dan niet juist deze noodhulp moeten afbouwen, in plaats van deze meer te coördineren? Misschien maar overstappen op hulp die wel werkt?

Reacties