In mijn woonplaats schrijft burgemeester Jan Hoekema wekelijks op de gemeentesite over zijn bestuurlijke en persoonlijke activiteiten. Commissies, diners, wandelingen, recepties en congressen. Belangrijke zaken worden zelden of nooit beschreven. Wat het blog laat zien, is een exposé van het netwerk van deze burgervader. Je leest
met met wie hij praat. Maar zelden waarover. Gaat het over politiek gevoelige zaken, dan krijgt hij meteen vragen in de gemeenteraad. Dus ik begrijp eigenlijk wel dat hij veel over ongevaarlijke en onbelangrijke zaken blogt. De vraag is, moet hij hiermee eigenlijk wel doorgaan? Hij is er
bij de start van zijn ambt in 2007, op advies van
zijn voorlichter, mee begonnen.
Maar na ruim 4 jaar zeg ik: Jan, stop er maar mee. Als je ervaringen spannend zijn, en het ertoe doet, moet je zwijgen. Als als je erover mag schrijven, is het niet interessant. Vrijwel gelijk met de start van het weblog van Hoekema in 2007, startte
ik ook met een weblog. Ook een politiek georiënteerd weblog. Mijn weblog heeft nu echter nog maar zelden een update. Geen weblogs, maar korte, snelle, persoonlijke berichten, foto's en video's vormen immers nu het brandpunt op internet. Dus Twitter, LinkedIn, Facebook en Youtube. Reeds daarom is mijn blog nu minder actief dan vroeger. De bloggende bestuurder of ambtenaar is anno 2011 niet meer hip. Hij is rechts en links via de sociale media ingehaald, vooral door politici die op Twitter, LinkedIn en Facebook de band met hun electoraat hebben aangehaald. Maar die sociale media zijn vooral geschikt voor journalisten, voorlichters en politici. En hippe mensen die het laatste nieuws binnen hun netwerk willen delen. Voor de - snelle - sociale media geldt nog meer dan bij bloggen de regel dat een bestuurder of ambtenaar moet oppassen met wat hij zegt. Een twitterende burgemeester of topambtenaar is pas interessant als hij iets stoms schrijft. En op die sociale media is een foutje snel gemaakt. Eigenlijk moet de bestuurder of ambtenaar dus gewoon stoppen of het medium gebruiken voor
zaken die niet direct zijn ambt raken. En dat laatste doe ik dus.
Reacties
Een reactie posten