De waarde van vakmanschap

Parijs, 1894. Montmartre bruiste van het leven, een broeinest van kunstenaars en bohemiens. In het hart van deze wijk, verscholen achter een enigszins onheilspellende naam, lag restaurant Le Rat Mort – De Dode Rat. Het was een plek waar de bohemien zich thuis voelde - en waar Henri de Toulouse-Lautrec een vaste gast was. Toulouse-Lautrec, een man met een scherpe blik en scherpe tong, was een meester in de snelle schets. Hij kon met een paar vloeiende lijnen een persoonlijkheid vangen, een karakter blootleggen. Op een avond, terwijl hij genoot van een maaltijd in Le Rat Mort, viel zijn oog op Madame Charlotte, een welgestelde weduwe die zich duidelijk vermaakte. Zonder veel omhaal pakte hij een papieren servet en begon te tekenen. Het was geen gedetailleerd portret, verre van dat. Het was een expressieve karikatuur, een vluchtige impressie van Madame Charlotte’s gelaatstrekken en houding. Maar het had iets. Het had leven. Madame Charlotte zag het en was er meteen dol op. “Oh, monsieur T...

Waarom we “nutteloze” wetenschap moeten koesteren


Het “nut” van wetenschap is een belangrijk argument voor de financiering van wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappers worden aangemoedigd om onderzoek te doen dat een duidelijke maatschappelijke of economische impact heeft. De Nationale Wetenschapsagenda is daar een uitdrukking van. De overheid subsidieert via de NWO vooral projecten of programma’s die zijn bedoeld om de economische of maatschappelijke impact van het onderzoek te vergroten en te versnellen. Dus het moet vooraf bepaald nut hebben. 

Dit is begrijpelijk. Wetenschap moet ten goede komen aan de samenleving. Wetenschappelijk onderzoek kan bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen, zoals klimaatverandering, armoede en ziekte. Het kan ook leiden tot nieuwe technologieën en innovaties die de economie stimuleren en ons leven verbeteren.

Toch is het nut van wetenschap niet altijd voorspelbaar. Veel doorbraken in de vooruitgang van het denken voor de mensheid zijn ontstaan door toevallige ontdekkingen. Door wetenschappelijk onderzoek zonder vooraf gedefinieerd nut.


Een bekend voorbeeld is de ontdekking van penicilline. In 1928 ontdekte de Schotse bacterioloog Alexander Fleming per ongeluk dat een schimmel, Penicillium notatum, bacteriën kon doden. Fleming had geen idee dat hij een medicijn had ontdekt dat een revolutie zou teweegbrengen in de behandeling van infecties.

Een ander voorbeeld is de ontdekking van röntgenstraling. In 1895 ontdekte de Duitse natuurkundige Wilhelm Röntgen dat een nieuw type straling door de huid kon dringen en een beeld kon maken van de botten en organen van het lichaam. Röntgen had geen idee dat hij een baanbrekende nieuwe technologie had ontdekt.

Deze voorbeelden laten zien dat toeval een belangrijke rol kan spelen in wetenschappelijk onderzoek. Het is niet altijd mogelijk om vooraf te voorspellen welke onderzoeksresultaten tot nuttige toepassingen zullen leiden.

Natuurlijk is het belangrijk om wetenschappelijk onderzoek te doen dat een duidelijke maatschappelijke of economische impact heeft. Maar toevallige ontdekkingen kunnen leiden tot doorbraken die we nooit hadden kunnen voorzien.

Het is niet altijd mogelijk om vooraf te voorspellen welke onderzoeksresultaten tot nuttige toepassingen zullen leiden.

Daarom is het belangrijk om ruimte te laten voor wetenschappelijk onderzoek zonder vooraf gedefinieerd nut. Onderzoek door de wetenschap zonder vooraf bepaald “nut” moeten we koesteren!


Reacties