Statushouders naar Europese krimpgebieden



Nederland staat voor een dilemma van formaat: een chronisch tekort aan woningen botst met de plicht om statushouders een veilig onderkomen te bieden.
Terwijl de wachtlijsten voor een betaalbare woning langer worden en gemeenten worstelen met hun taakstelling, kijken we naar een ander, minder zichtbaar probleem in Europa: de stille leegloop.
In landen als Bulgarije, Roemenië, Letland, Litouwen en diverse regio's in Spanje, Portugal en het voormalige Oost-Duitsland krimpt de bevolking. Huizen staan leeg, de arbeidsmarkt vergrijst en lokale voorzieningen dreigen daar te verdwijnen.

Zou het mogelijk zijn om deze twee uitdagingen met elkaar te verbinden? Het idee is even eenvoudig als potentieel baanbrekend: laten we statushouders de kans bieden om een nieuw leven op te bouwen in die Europese regio's die juist snakken naar nieuwe inwoners.
Dit bepleit ik nadrukkelijk niet als een formeel gedwongen maatregel, maar als een vrijwillig programma voor statushouders zonder goede huisvesting en zonder specifieke binding met Nederland. Zij zouden de mogelijkheid krijgen om zich in een ander EU-land te vestigen, met enige steun (vanuit Nederland) gedurende een korte periode. Denk hierbij aan hulp bij huisvesting, taalcursussen, inburgeringstrajecten, begeleiding naar werk en toegang tot basisvoorzieningen in de andere lidstaat.

De voordelen van zo'n aanpak zijn legio. Voor Nederland zou het een directe verlichting van de woningmarkt betekenen, een eerlijkere verdeling van de verantwoordelijkheid binnen de EU bewerkstelligen en op termijn zelfs kosten besparen. Bovendien kunnen we ons dan richten op de statushouders die er bewust voor kiezen om in Nederland te blijven; van hen mogen we dan ook nog wat meer verlangen.

De ontvangende lidstaten, die geconfronteerd worden met een dalende en vergrijzende bevolking, zouden een gewenste impuls krijgen. In 2022 had Litouwen bijvoorbeeld al 20% van de bevolking die ouder was dan 65 jaar. 
Portugal zag de gemiddelde leeftijd tussen 2011 en 2021 stijgen naar 45,4 jaar . De komst van nieuwe inwoners kan de bevolkingskrimp tegengaan, de lokale economie nieuw leven inblazen en voorzieningen in krimpgebieden doen behouden. Immigratie zal immers de beroepsbevolking vergroten en investeringen stimuleren. De krimpregio's worden zo bovendien weer aantrekkelijk voor Europese arbeidsmigranten die nu in Nederland werken. En hun terugkeer zal ook onze woningmarkt weer wat lucht geven.

In landen als Roemenië en Bulgarije zijn immigranten nu al vaak werkzaam in sectoren waar juist tekorten zijn, zoals de landbouw, bouw en gezondheidszorg. En wat te denken van de statushouders zelf? Zij zouden sneller een eigen woning vinden, mogelijk betere integratiekansen krijgen in minder verzadigde arbeidsmarkten voor laag of ongeschoold personeel, en meer keuzevrijheid ervaren, zonder de constante concurrentie met andere woningzoekenden.

Hoe zou dit in de praktijk kunnen werken? Allereerst door vrijwillige deelname. Statushouders zouden heldere informatie krijgen over de mogelijkheden en de voor- en nadelen.. Het is cruciaal om een aantrekkelijk pakket te bieden dat verder gaat dan alleen een dak boven het hoofd . Vervolgens zou een (digitaal) matchingsysteem de vaardigheden, talenkennis en voorkeuren van statushouders koppelen aan de behoeften van verschillende EU-regio's. Hierbij kan specifiek gekeken worden naar sectoren waar in de ontvangende landen een tekort aan arbeidskrachten is. Bilaterale afspraken tussen Nederland en de ontvangende landen zouden de financiële ondersteuning, huisvesting en monitoring regelen. Deze afspraken moeten ook concrete afspraken over integratieondersteuning bevatten, zoals taalcursussen en begeleiding naar werk. Een gefaseerde invoering, beginnend met een pilotprogramma, zou de haalbaarheid en effectiviteit van deze aanpak kunnen testen.

Qua organisatie zouden we inspiratie kunnen putten uit onze eigen geschiedenis. De emigratie na de Tweede Wereldoorlog werd in Nederland ondersteund door particuliere (kerkelijke) emigratiecentrales en de toenmalige Rijksdienst voor de Emigratie. Zij hielpen emigranten met praktische zaken zoals vervoer, huisvesting en werk. Deze ondersteuning speelde destijds een belangrijke rol in het succes van emigranten vanuit Nederland bij hun vestiging in landen zoals Canada, Australië en Nieuw-Zeeland.

Is dit allemaal juridisch haalbaar? Ik meen van wel. Het Gemeenschappelijk Europees Asielstelsel (GEAS) biedt immers ruimte voor samenwerkingsverbanden tussen lidstaten. Het in april 2024 aangenomen EU Pact inzake Migratie en Asiel omvat een solidariteitsmechanisme en een EU-resettlementkader dat mogelijkheden biedt voor samenwerking op het gebied van hervestiging en relocatie. Hoewel statushouders in principe het recht hebben om te verblijven in het land dat hen bescherming biedt, kunnen de juiste prikkels hen wellicht motiveren om voor een alternatief te kiezen. Het lijkt me dat een dergelijk programma heel goed past bij de nieuwe Verordening 2024/1351 betreffende asiel- en migratiebeheer.

Natuurlijk zijn er bezwaren te verwachten. Het argument dat dit een afschuiving van verantwoordelijkheid zou zijn, is misplaatst. Het is juist een vorm van verantwoordelijkheid nemen op Europees niveau, door statushouders te helpen integreren waar de kansen het grootst zijn. De vrees dat statushouders dit niet zouden willen, is begrijpelijk, maar onderzoek naar hun voorkeuren is essentieel. Een aantrekkelijk en goed doordacht aanbod, dat contrasteert met de wat hopeloze situatie voor hen in het overvolle Nederland, kan hierin een groot verschil maken.

En de mogelijke weerstand van andere landen? Verschillende EU-lidstaten met een dalende bevolking zoeken actief naar oplossingen voor hun demografische uitdagingen. Met de juiste ondersteuning van Nederland kan dit voor hen juist een aantrekkelijke optie zijn. Landen als Bulgarije, Roemenië en Spanje kennen immigratieregels die mogelijkheden bieden voor langdurig verblijf.

Wie gaat deze aanpak serieus verkennen om een opening te forceren in de moeizame debatten over migratie en volkshuisvesting?





Reacties