Pas op voor politieke kletspraat

De filosoof Harry G. Frankfurt (1929-2023) publiceerde in 1986 in zijn - uiteindelijk  - meest bekende werk " On bullshit "; een diepgaande analyse van het fenomeen ' bullshit' ofwel 'onzin' of ‘ kletspraat ’. Frankfurt betoogde dat leugens opzettelijke misleidingen zijn, waarbij iemand bewust onwaarheden vertelt om anderen te misleiden. Bullshit daarentegen is volgens hem niet per sé gebaseerd op onwaarheden, maar het ontbreekt de bullshitter aan een interesse in de feitelijke waarheid of juistheid van de beweringen.  Waarom bullshit? Frankfurt onderzocht de motieven achter het produceren van bullshit. Hij stelt dat mensen bullshit vaak gebruiken om indruk te maken, hun imago te verbeteren of hun eigen agenda te bevorderen. Bullshit kan ook worden gebruikt om anderen te misleiden of om een vaagheid te creëren waardoor men zich kan onttrekken aan verantwoordelijkheid of kritiek. Een cruciaal aspect van bullshit is dat het vaak wordt geproduceerd zonder ee

Stop met nieuw beleid

De verhoren van de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties hebben geleerd dat opeenvolgende bewindspersonen hun inhoudelijke beleidsambities lieten prevaleren boven scherp toezicht – met alle gevolgen van dien.
Deze fixatie van politici op nieuw beleid is natuurlijk begrijpelijk. Het is de onvermijdelijkheid van de politieke wetmatigheid: de reactie op problemen, berichten in de media daarover en de roep om maatregelen. Proberen om dat te doorbreken, lijkt een onmogelijke opgave.

Maar ambtelijke topmanagers dienen daar tegenkracht aan te bieden. Want de fixatie van politici op problemen en nieuw beleid, leidt de aandacht af van de uitvoering. En dat zorgt – als we niet uitkijken – dan weer voor nieuwe problemen.

De ellende is dat managers dit helemaal niet leren. Theorieën over leiderschap gaan vooral over hoe leiders grote veranderingen tot stand brengen. In de publieke sector gaat dat meestal over vernieuwingen, fusies en andere reorganisaties. De leiding van een overheidsorganisatie is over het algemeen vooral geïnteresseerd in de veranderingen. Pak een begroting van een willekeurige gemeente of ministerie, dan zie je de meeste aandacht voor nieuwe zaken en veranderingen, terwijl de begroting in cijfers vaak voor 95% bestaat uit uitgaven en inkomsten van uitvoering van bestaand, voortgezet beleid.
Nieuw beleid is sexy. Uitvoering en doorgaan met zaken die goed gaan, krijgen weinig aandacht.
Dat geldt niet alleen voor politici, maar ook voor  de ambtelijke dienst. Zelfs topmanagers in het bedrijfsleven hebben last van die fixatie op nieuwe doelen. Neem nou oud Shell-topman Jeroen van der Veer. Hij wordt gepresenteerd als inspirator voor leiderschap. Hij zegt over zijn van-A-naar-B-doctrine:
“Ik heb altijd een sterk gevoel gehad voor punt B. Je moet altijd weten waar je naar toe wil. … Als je dat punt B niet goed voor ogen hebt, kun je ook niet goed besturen.”
Dat klinkt allemaal logisch. Maar vooral omdat het normaal is. Leiders zijn erop gefixeerd. Maar het is niet verstandig. Managers moeten weerstand bieden aan de verleidingen van nieuw beleid. Geef meer aandacht aan de uitvoering en de mensen die zorgen dat die goed loopt.

Reacties

  1. Er zijn een aantal manieren waarop het gedrag van politici kan worden veranderd om te komen tot minder beleid en betere uitvoering:

    Het instellen van langere termijn doelen: in plaats van te focussen op het behalen van korte termijn scores, kan het helpen als politici zich richten op lange termijn doelen die op de langere termijn baat hebben voor de samenleving. Dit kan het aantal veranderingen in beleid beperken en de nadruk leggen op een consistente uitvoering.
    Meer samenwerken met belanghebbenden: politici kunnen beter samenwerken met belanghebbenden zoals burgers, bedrijven en organisaties om te begrijpen wat de behoeften en wensen van deze groepen zijn. Dit kan helpen om gerichter beleid te maken en te voorkomen dat er teveel veranderingen in beleid zijn.
    Zich concentreren op het verbeteren van de uitvoering van bestaand beleid: in plaats van steeds nieuw beleid te maken, kan het nuttig zijn om te focussen op het verbeteren van de uitvoering van bestaand beleid. Dit kan helpen om de effectiviteit van beleid te verhogen en de belasting voor de samenleving te verminderen.
    Het aanmoedigen van openheid en transparantie: door meer openheid en transparantie in het beleidsproces, kunnen politici ervoor zorgen dat de samenleving beter begrijpt wat er wordt gedaan en waarom. Dit kan helpen om vertrouwen te winnen en de acceptatie van beleid te verhogen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Door managers regelmatig te beoordelen op het gebied van beleidsuitvoering en hen feedback te geven op hun prestaties, kunnen ze leren wat ze goed doen en wat ze beter kunnen doen. Dit kan helpen om hun gedrag te veranderen en beter te focussen op de uitvoering van beleid.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten